DNA afname bij kinderen

In twee zaken tegen Nederland heeft het VN-mensenrechtencomité in oktober 2017 geoordeeld dat verplichte DNA-afname van een minderjarige veroordeelde niet proportioneel is ten opzichte van het legitieme doel van het voorkomen en opsporen van serieuze misdrijven.

 

Gelet daarop heeft de Minister van Justitie en Veiligheid mr Grapperhaus op 3 april 2018 de tweede kamer geïnformeerd over zijn voornemen tot wijziging van de wet DNA- onderzoek in die zin dat niet langer celmateriaal wordt afgenomen bij minderjarigen bij taakstraffen tot en met 39 uur.  

 

 

Hier wordt al op geanticipeerd. Officieren van Justitie anticiperen hierop bij het bepalen of er wel of geen celmateriaal wordt afgenomen. En bij bezwaarschrift tegen de verwerking van het DNA profiel speelt dit aspect inmiddels ook een rol. 

 

In zaken waarbij het voor de hand ligt dat er een straf wordt opgelegd van ongeveer 40 uur taakstraf is het zinvol om daar een punt van te maken en er om deze reden 39 uur van te laten maken. 

 

Ook als er na een veroordeling van een jeugdige tot een kleine taakstraf wordt besloten tot DNA afname en opslag en verwerking van het DNA profiel is het zinvol om hier een punt van te maken. Dit kan dus omdat het dus disproportioneel is.     

 

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0