hoe lang moet je wachten op de kinderrechter
Hoe lang kan je wachten op een kinderstrafzaak?
Dat vroeg cliënt zich gedurende anderhalf jaar af nadat hij gepakt was voor het bezit van verboden vuurwerk. Het ging onder meer shells, nitraten, cobra’s en ander zwaar vuurwerk (van categorie 2 en 3) .
Cliënt werd vrijwel direct nadat hij was gepakt gehoord als verdachte.
Cliënt was minderjarig, er is geen sprake van recidive en hij had volledig bekend. Als de zaak was afgehandeld met Halt had dat een pedagogisch effect kunnen hebben. In het Besluit aanwijzing Halt feiten ( besluit van 25 januari 1995, houdende aanwijzing van de strafbare feiten als bedoeld in artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht) staat in artikel 1 onder J. expliciet benoemd dat dat dat ook bij vuurwerkdelicten kan.
Maar de politie deed dat niet en zei hem dat hij binnen 6 maanden wel wat zou gaan horen.
In de Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt (2018R007)) staan die zes maanden (180 dagen) expliciet genoemd. Hierin staat kort samengevat: “Voor de onderscheiden trajecten in de jeugdstrafrechtsketen zijn normen vastgesteld voor de doorlooptijden. Dit zijn de zogenoemde Kalsbeek-normen. Zaken die ten opzichte van het eerste verhoor ouder zijn dan 3 maanden, worden niet meer door het parket in behandeling genomen, anders dan na uitdrukkelijke toestemming van de officier van justitie. Tussen eerste verhoor en vonnis (eerste aanleg) geldt een termijn van ten hoogste 180 dagen”.
Hij zat 6 maanden lang in spanning, hoorde niets en ging er steeds meer vanuit dat hij er niets meer van zou horen. Intussen was nog een keer oudejaarsavond geweest en was het al weer zomer.
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ( EVRM) bepaalt in artikel 6 dat een ieder recht heeft op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn.
Het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) bepaalt in artikel 3 eerste lid: “Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging”.
En artikel 40 IVRK bepaalt dat het van belang is dat de aangelegenheid zonder vertraging wordt beslist door een bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantie in een eerlijke behandeling overeenkomstig de wet.
De Hoge Raad gaat in de uitspraak van 8 september 2015 (ECLI:NL:HR:2015:2465) wat betreft het minderjarigenstrafrecht uit van een ruimere termijn, namelijk 16 maanden. De Hoge Raad zegt dat niet ontvankelijkheid van de Officier van Justitie wegens tijdsverloop niet mogelijk is maar noemt wel een paar goede alternatieven. Dit zijn artikel 9A wetboek van strafrecht (schuldig verklaring zonder straf of maatregel) of strafvermindering.
Groot was dan ook de verbazing bij cliënt toen hij na 18 maanden plotseling toch nog een dagvaarding kreeg om bij de kinderrechter te komen.
Niet ontvankelijk verklaren van het Openbaar Ministerie mag dus volgens de Hoge Raad niet, hoewel er wel rechters zijn die het in sommige gevallen toch doen. Dat gebeurde ook niet. Toch had het tijdsverloop wel gevolgen. In deze zaak zou de normale strafeis 80 uur werkstraf zijn maar werd de zaak uiteindelijk afgedaan met een kleine geldboete en een voorwaardelijke werkstraf.
Dus je kan wel heel lang op wachten op de behandeling door de kinderrechter, en je zal dus niet snel horen dat het O.M. niet ontvankelijk is, maar het is wel de moeite waard om je advocaat er een punt van te laten maken zodat er schuldig verklaring zonder straf of maatregel of strafvermindering volgt.
Mr O. C. Bondam
advocaat
Reactie schrijven